Cookies
Om je beter en persoonlijker te helpen, gebruiken wij cookies en vergelijkbare technieken. Hierdoor kan jij onze website probleemloos gebruiken. Daarbij kunnen wij hierdoor zien hoe bezoekers onze website gebruiken en deze aanpassen voor een nog betere ervaring. Natuurlijk willen we graag de resultaten van onze marketinginspanningen meten en er ook voor zorgen dat de advertenties die je van ons te zien krijgt, aansluiten op jouw interesses. Daar hebben we wel eerst je toestemming voor nodig
Gemeenten in Nederland hebben de wettelijke taak om te zorgen voor asielopvangvoorzieningen. Dat is vastgelegd in de Spreidingswet. Het doel van de wet is om te zorgen voor voldoende opvangplekken en een evenwichtige verdeling van asielzoekers over provincies en gemeenten.
Wat is de Spreidingswet precies?
De instroom van asielzoekers is hoog. De overheid wil zorgen voor voldoende asielopvang voor iedereen. Daarom is de Spreidingswet opgericht. Hierin is vastgelegd dat de opvangplekken door heel Nederland eerlijk verdeeld moeten worden. Deze wet trad op 1 februari 2024 in werking en is voortgekomen uit het wetsvoorstel 'Wet gemeentelijke taak mogelijk maken asielopvangvoorzieningen'.
De impact van de Spreidingswet
In 2025 en 2026 zijn er naar verwachting 96.000 opvangplekken nodig. Om al deze mensen een opvangplek te kunnen bieden, moet er een betere verdeling van asielzoekers over Nederland komen.
Tot de inwerkingtreding van de Spreidingswet gebeurde dit nog op basis van vrijwilligheid, helaas met een groot tekort aan opvangplekken als gevolg. Voorlopig is noodopvang nog nodig, maar op de langere termijn zal dit veranderen doordat gemeenten gaan samenwerken. Zo komen er voldoende opvangplekken voor iedereen. De Provinciale Regietafels krijgen samen met het COA een taak om samen met de provincies een provinciale opvangopgave te maken.
Hoe is de Spreidingswet tot stand gekomen?
De Spreidingswet is geopperd door staatssecretaris Eric van den Burg. Hij zag de noodzaak om gemeenten meer verantwoordelijkheden te geven over het opvangen van asielzoekers over het land. Tot nu toe moet het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) op zoek naar gemeenten die willen meewerken aan opvangplekken.
Uiteindelijk is de opvang binnen de Spreidingswet een provinciale opgave. Dat betekent dat gemeenten wel onderling mogen uitruilen, zolang er maar voldoende opvangplekken zijn voor iedereen. Tot nu toe moet het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) op zoek naar gemeenten die willen meewerken aan opvangplekken.
Waarom is de wet nodig?
Op vrijwillige basis werkt het opvangen van asielzoekers niet goed genoeg. Gemeentes reageerden onvoldoende op verzoeken om mee te werken aan het vinden van geschikte opvangplekken. Dit resulteerde in een flink tekort aan opvanglocaties. Hierdoor was een aanpassing in de wet nodig.
De Spreidingswet in de praktijk
De spreidingswet bestaat uit drie fasen. Fase 1 duurt negen maanden lang. Tijdens deze fase wordt er bekend hoeveel opvangplekken er landelijk nodig zijn. Deze opvangplekken worden in twaalf provinciale opvangopgaven verdeeld.
In fase 2 wordt er een verdeelbesluit gemaakt, dit is een indicatieve verdeling van de opvangplekken over gemeenten per provincie. Deze fase duurt twee maanden.
Gemeenten krijgen de kans om de provinciale opgave te verdelen. Als deze is verdeeld en uitvoerbaar is, dan wordt dit vastgelegd in het verdeelbesluit. Is deze niet verdeelbaar, dan maakt de staatssecretaris zelf een besluit. Fase 3 staat in het teken van de realisatie van nieuwe opvangplekken. Deze fase duurt zes maanden.
Na twee jaar is de wetscyclus ten einde, wordt er een nieuwe capaciteitsraming gemaakt en begint de cyclus weer opnieuw.
Veelgestelde vragen over de Spreidingswet
Wat is de Spreidingswet?
De Spreidingswet is een Nederlandse wet die ervoor zorgt dat de opvang van asielzoekers gelijkmatig wordt verdeeld over gemeenten en provincies in Nederland. Het doel is om voldoende opvangplekken te creëren en overbevolking in bepaalde regio's te voorkomen.
Waarom is de Spreidingswet ingevoerd?
De wet is ingevoerd omdat het huidige systeem, dat gebaseerd was op vrijwillige deelname van gemeenten, niet voldoende opvangplekken opleverde. Dit resulteerde in een groot tekort aan opvanglocaties, wat de noodzaak voor een wettelijke verplichting onderstreepte.
Hoe werkt de verdeling van opvangplekken onder de Spreidingswet?
De verdeling gebeurt in drie fasen. In de eerste fase wordt bepaald hoeveel opvangplekken er landelijk nodig zijn. Deze worden verdeeld in provinciale opgaven. In de tweede fase worden deze opgaven verder verdeeld over gemeenten binnen de provincies. In de derde fase worden de nieuwe opvangplekken gerealiseerd.
Wat gebeurt er als gemeenten niet voldoende opvangplekken realiseren?
Als gemeenten er niet in slagen om voldoende opvangplekken te realiseren of tot een akkoord te komen over de verdeling, heeft de staatssecretaris de bevoegdheid om een besluit te nemen en de verdeling zelf vast te stellen.
Wat is het doel van de drie fasen binnen de Spreidingswet?
Fase 1 richt zich op het vaststellen van de benodigde opvangcapaciteit en de provinciale verdeling daarvan. Fase 2 houdt zich bezig met het maken van een verdeelbesluit per gemeente binnen de provincie. Fase 3 is gericht op de realisatie en het daadwerkelijk creëren van de benodigde opvangplekken.
Wat gebeurt er na de eerste cyclus van de Spreidingswet?
Na twee jaar wordt de gehele cyclus van de Spreidingswet opnieuw doorlopen. Er wordt een nieuwe capaciteitsraming gemaakt en de fases van verdeling en realisatie beginnen opnieuw, op basis van de actuele behoeften en omstandigheden.
Wat zijn de verwachtingen voor de opvangcapaciteit in de komende jaren?
In 2025 en 2026 wordt verwacht dat er ongeveer 96.000 opvangplekken nodig zijn om aan de opvangbehoeften te voldoen. Dit benadrukt de noodzaak van een efficiënte en eerlijke verdeling van opvangplekken door heel Nederland.